Richtlijn 2013/34/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 19bis Niet-financiële verklaring 1. Grote ondernemingen die organisaties van openbaar belang zijn en op hun balansdatum de drempel van een gemiddeld personeelsbestand van 500 werknemers gedurende het boekjaar overschrijden, nemen in het bestuursverslag een niet-financiële verklaring met informatie op, in de mate waarin zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van de onderneming alsmede van de effecten van haar activiteiten, die minstens betrekking heeft op milieu-, sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van mensenrechten en de bestrijding van corruptie en omkoping, met inbegrip van:
Wanneer de onderneming geen beleid voert met betrekking tot een of meerdere van deze aangelegenheden, bevat de niet-financiële verklaring een duidelijke en gemotiveerde toelichting waarom zij dit niet doet. De in de eerste alinea bedoelde niet-financiële verklaring omvat, waar dit passend wordt geacht, ook verwijzingen naar en aanvullende uitleg betreffende de bedragen in de jaarlijkse financiële overzichten. De lidstaten kunnen toestaan dat informatie betreffende ophanden zijnde ontwikkelingen of zaken waarover wordt onderhandeld, in uitzonderlijke gevallen wordt weggelaten indien naar de behoorlijk gerechtvaardigde opvatting van de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen, handelend binnen het kader van de hun krachtens het nationaal recht toegewezen bevoegdheden en met collectieve verantwoordelijkheid voor dat standpunt, de rapportering van die informatie ernstige schade zou toebrengen aan de commerciële positie van de onderneming, mits het weglaten van deze informatie een getrouw en evenwichtig begrip van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van de onderneming alsmede van de effecten van haar activiteiten niet in de weg staat. De lidstaten schrijven voor dat ondernemingen zich voor het rapporteren van de in de eerste alinea bedoelde informatie kunnen baseren op nationale, uniale of internationale kaderregelingen en dat zij in dat geval vermelden op welke kaderregelingen zij zich hebben gebaseerd. 2. Ondernemingen die aan de in lid 1 bedoelde verplichting voldoen, worden geacht te hebben voldaan aan de in artikel 19, lid 1, derde alinea, opgenomen verplichting inzake de analyse van niet-financiële informatie. 3. Een onderneming is als dochteronderneming vrijgesteld van de in lid 1 neergelegde verplichting indien die onderneming en haar dochterondernemingen opgenomen zijn in het geconsolideerde bestuursverslag of het afzonderlijke verslag van een andere onderneming, dat overeenkomstig artikel 29 en dit artikel is opgesteld. 4. Indien een onderneming al dan niet op basis van nationale, uniale of internationale kaderregelingen een afzonderlijk verslag opstelt dat overeenstemt met hetzelfde boekjaar en dat betrekking heeft op de in lid 1 bedoelde informatie in de niet-financiële verklaring, kunnen de lidstaten die onderneming een vrijstelling verlenen van de verplichting een niet-financiële verklaring als bedoeld in lid 1 op te stellen, op voorwaarde dat dit afzonderlijke verslag:
Lid 2 is van overeenkomstige toepassing op ondernemingen die het in de eerste alinea van dit lid bedoelde afzonderlijke verslag opstellen. 5. De lidstaten zorgen ervoor dat de wettelijke auditor of het auditkantoor nagaat of de in lid 1 bedoelde niet-financiële verklaring dan wel het in lid 4 bedoelde afzonderlijke verslag is verstrekt. 6. De lidstaten kunnen eisen dat de informatie in de in lid 1 bedoelde niet-financiële verklaring of in het in lid 4 bedoelde afzonderlijke verslag wordt gecontroleerd door een onafhankelijke verlener van assurancediensten.” . |
2) | Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 29bis Geconsolideerde niet-financiële verklaring 1. Organisaties van openbaar belang die moederondernemingen van een grote groep zijn die op balansdatum op geconsolideerde basis de drempel van een gemiddeld personeelsbestand van 500 werknemers gedurende het boekjaar overschrijdt, nemen in het geconsolideerde bestuursverslag een geconsolideerde niet-financiële verklaring met informatie op, in de mate waarin zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van de groep alsmede van de effecten van zijn activiteiten, die minstens betrekking heeft op milieu-, sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van mensenrechten en de bestrijding van corruptie en omkoping, met inbegrip van:
Wanneer de groep geen beleid voert met betrekking tot een of meerdere van deze aangelegenheden, bevat de geconsolideerde niet-financiële verklaring een duidelijke en gemotiveerde toelichting waarom hij dit niet doet. De in de eerste alinea bedoelde geconsolideerde niet-financiële verklaring omvat, waar dit passend wordt geacht, ook verwijzingen naar en aanvullende uitleg betreffende de bedragen in de geconsolideerde financiële overzichten. De lidstaten kunnen toestaan dat informatie betreffende ophanden zijnde ontwikkelingen of zaken waarover wordt onderhandeld, in uitzonderlijke gevallen wordt weggelaten indien naar de behoorlijk gerechtvaardigde opvatting van de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen, handelend binnen het kader van de hun krachtens het nationaal recht toegewezen bevoegdheden en met collectieve verantwoordelijkheid voor dat standpunt, de rapportering van die informatie ernstige schade zou toebrengen aan de commerciële positie van de groep, mits het weglaten van deze informatie een getrouw en evenwichtig begrip van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van de groep alsmede van de effecten van zijn activiteiten niet in de weg staat. De lidstaten schrijven voor dat de moederonderneming zich voor het rapporteren van de in de eerste alinea bedoelde informatie kan baseren op nationale, uniale of internationale kaderregelingen en dat deze moederonderneming in dat geval vermeldt op welke kaderregelingen zij zich heeft gebaseerd. 2. Een moederonderneming die aan de in lid 1 bedoelde verplichting voldoet, wordt geacht te hebben voldaan aan de in artikel 19, lid 1, derde alinea, en in artikel 29 bedoelde verplichting inzake de analyse van niet-financiële informatie. 3. Een moederonderneming die tevens een dochteronderneming is, is vrijgesteld van de in lid 1 neergelegde verplichting indien de vrijgestelde moederonderneming en haar dochterondernemingen opgenomen zijn in het geconsolideerde bestuursverslag of het afzonderlijke verslag van een andere onderneming dat overeenkomstig artikel 29 en dit artikel is opgesteld. 4. Indien een moederonderneming al dan niet op basis van nationale, uniale of internationale kaderregelingen en met betrekking tot de voor de geconsolideerde niet-financiële verklaring verplichte informatie als bedoeld in lid 1 een afzonderlijk verslag opstelt dat overeenstemt met hetzelfde boekjaar en dat betrekking heeft op de gehele groep, kunnen de lidstaten die moederonderneming vrijstellen van de verplichting een geconsolideerde niet-financiële verklaring als bedoeld in lid 1 op te stellen, op voorwaarde dat dit afzonderlijke verslag:
Lid 2 is van overeenkomstige toepassing op moederondernemingen die het in de eerste alinea van dit lid bedoelde afzonderlijke verslag opstellen. 5. De lidstaten zorgen ervoor dat de wettelijke auditor of het auditkantoor nagaat of de in lid 1 bedoelde geconsolideerde niet-financiële verklaring dan wel het in lid 4 bedoelde afzonderlijke verslag is verstrekt. 6. De lidstaten kunnen eisen dat de informatie in de in lid 1 bedoelde geconsolideerde niet-financiële verklaring of in het in lid 4 bedoelde afzonderlijke verslag wordt gecontroleerd door een onafhankelijke verlener van assurancediensten.” . |
4) | In artikel 33 wordt lid 1 vervangen door: „1. De lidstaten zorgen ervoor dat de leden van het bestuurs-, het leidinggevend en het toezichthoudend orgaan van een onderneming, handelend binnen het kader van de bevoegdheden die hun krachtens het nationale recht zijn toegewezen, collectief de verantwoordelijkheid hebben ervoor te zorgen dat:
worden opgesteld en openbaar gemaakt overeenkomstig de voorschriften van deze richtlijn en, indien van toepassing, de internationale standaarden voor jaarrekeningen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 zijn goedgekeurd.” . |
5) | In artikel 34 wordt het volgende lid toegevoegd: „3. Dit artikel is niet van toepassing op de in artikel 19bis, lid 1, bedoelde niet-financiële verklaring, de in artikel 29bis, lid 1, bedoelde geconsolideerde niet-financiële verklaring en de in artikel 19bis, lid 4, en artikel 29bis, lid 4, bedoelde afzonderlijke verslagen.” . |
6) | In artikel 48 wordt voor de laatste alinea de volgende alinea ingevoegd: „In het verslag wordt, rekening houdend met de ontwikkelingen in de OESO en de resultaten van aanverwante Europese initiatieven, ook ingegaan op de mogelijkheid om voor grote ondernemingen een verplichting in te voeren om jaarlijks voor elke lidstaat en elk derde land waarin zij werkzaam zijn een rapportage per land te maken die minstens informatie bevat over geboekte winsten, betaalde winstbelastingen en ontvangen overheidssubsidies.” . |